Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·vens·sta·di·um
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord levensstadium levensstadia
levensstadiums
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het levensstadiumo

  1. periode als onderdeel van een heel leven

Gangbaarheid