levensruimte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- le·vens·ruim·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leven en ruimte met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levensruimte | levensruimten levensruimtes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de levensruimte v
- zekere minimum hoeveelheid ruimte die elk dier nodig heeft om te kunnen leven
- gebied dat een volk nodig heeft of denkt te hebben dan wel zich toe-eigent
- Hitler vond dat het Duitse volk meer levensruimte nodig had
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord levensruimte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.