Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·vens·ener·gie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord levensenergie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

levensenergie v [1]

  1. alle energie die nodig is om in leven te blijven; innerlijke kracht
     Het mechanisme van het leven, het indelen van de dag op zo'n manier dat hij overal op tijd kwam, eisten het grootste deel van zijn levensenergie op.[2]
     Het probleem zit voor hem, en veel andere spelers, in het feit dat je de loot crates nodig hebt om te winnen. "Wil je meegaan in de game, moet je de loot crates aanschaffen. Een speler die loot crates aanschaft, brengt meer schade toe en krijgt meer levensenergie. Dan krijg je een oneerlijke strijd. Het is pay-to-win."[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3.   Weblink bron
    Stephan Vegelien
    “Zijn loot crates in de nieuwe Star Wars-game een vorm van gokken?” (16-11-2017), NOS