Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leg·den bloot
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
blootleggen

legden bloot

  1. meervoud verleden tijd van blootleggen
    • Wij legden bloot. 
    • Jullie legden bloot. 
    • Zij legden bloot. 


Gangbaarheid