leefgroep
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- leef·groep
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leef ww en groep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leefgroep | leefgroepen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- leefgemeenschap
- groep bewoners die samen een woning hebben, woongemeenschap
Gangbaarheid
- Het woord leefgroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leefgroep" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be