lazaret
- la·za·ret
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘(veld)hospitaal’ voor het eerst aangetroffen in 1656 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lazaret | lazaretten |
verkleinwoord | lazaretje | lazaretjes |
- (medisch), (militair) een grote mobiele medische (militaire) installatie die tijdelijk de taken van een ziekenhuis kan overnemen
1. een grote mobiele medische (militaire) installatie die tijdelijk de taken van een ziekenhuis kan overnemen
- Het woord lazaret staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lazaret" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "lazaret" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ lazaret op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- la·za·ret
- Afkomstig van het Italiaanse zelfstandige naamwoord lazzaretto, dat weer van de bijbelse naam Lazarus komt
Naar frequentie | 104528 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | lazaret | lazarettet | lazaretter | lazaretterne |
genitief | lazarets | lazarettets | lazaretters | lazaretternes |
lazaret, o
- (medisch), (militair) lazaret, veldhospitaal
- lazaret in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk