Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lau·rier·blad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord laurierblad laurierbladeren
laurierbladen
laurierblaren
verkleinwoord laurierblaadje laurierblaadjes

Zelfstandig naamwoord

het laurierblado

  1. (plantkunde) loof van Laurus nobilis  
    (wikidata: laurierblad  )
     Europese zonnewende (Eliotrophia): deze moet geplukt worden in augustus als de zon zich in het teken Leo (Leeuw) bevindt. Wanneer iemand het bij zich draagt, gewikkeld in een laurierblad samen met de tand van een wolf, dan zal iedereen hem vriendschap betonen.[2]
  2. (kruid) (gedroogde) bladeren van Laurus nobilis   gebruikt in de keuken
    (wikidata: laurierblad  )
     Knijp de teentjes knoflook uit hun velletje in de pan, doe er het laurierblad bij en laat het geheel 10 minuten pruttelen. Zet de pan van het vuur en vis er het laurierblad uit.[3]
Vertalingen

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Willy L. Braekman
    “Middeleeuwse witte en zwarte magie in het Nederlands taalgebied.” (1997), Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Gent, ISBN 907247421X, p. 358
  3.   Weblink bron
    Hassnae Bouazza
    “Soep van knoflook” (22 juni 2021) op nrc.nl