Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lau·da·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord laudatie laudaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de laudatiev

  1. een lofrede ter ere van een bepaalde persoon die wordt gehouden ter gelegenheid van een bijzondere verrichting of een bepaald jubileum van die persoon
     Hij krijgt de prijs, waaraan een bedrag van 25.000 euro is gekoppeld, „vanwege zijn geduld, menselijkheid en verdraagzaamheid in de bevordering van de wereldvrede”, zei de minister-president van Hessen, Roland Koch, in zijn laudatie in Wiesbaden.[2]
     Zelfs de naam van het blad -„een oude deftige naam”- brengt hem in vervoering. Hij spreekt van een „klassiek gedenkstuk.” Deze laudatie, in negentiende-eeuwse hoofse taal en stijl geschreven, leverde Hasebroek een levenslang gratis abonnement op.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

54 % van de Nederlanders;
54 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. laudatie op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Dalai lama krijgt vredesprijs van deelstaat Hessen” (29-07-2005), Reformatorisch Dagblad
  3.   Weblink bron
    Dr. ir. J. van der Graaf
    “Levenslang een gratis abonnement” (15-11-2007), Reformatorisch Dagblad
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be