latex

- la·tex
- melksap van de rubberboom Hevea brasiliensis
, waaruit rubber wordt gewonnen
- grondstof van synthetisch bereide rubberachtige materialen
- muurverf op basis van latex
1.
stellend | |
---|---|
onverbogen | latex |
verbogen |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
- Het woord latex staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "latex" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "latex" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ latex op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- la·tex
latex
- melksap van de rubberboom
- natuurlijke rubber
- emulsie van natuurlijke of synthetische rubber in water, gebruikt als lijm of verf
- IPA: /ˈla.teks/
latex m
- water, vocht, heldere vloeistof
- sap, melk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | latex | laticēs |
genitief | laticis | laticum |
datief | laticī | laticibus |
accusatief | laticem | laticēs |
vocatief | latex | laticēs |
ablatief | latice | laticibus |