Spaans

Werkwoord

vervoeging van
largar

largaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van largar
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van largar
vervoeging van
largarse

largaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van largarse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van largarse