Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Landwacht


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • land·wacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord landwacht landwachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de landwachtm

  1. (geschiedenis) iemand die lid was van de Landwacht
     De razzia kwam niet uit de lucht vallen. Het was een vergeldingsactie van de Duitsers, nadat leden van het verzet twee landwachten van de NSB om het leven hadden gebracht.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Annelies Hoelen
    “Het oorlogsleed van de Merwedegijzelaars: 'De lijken hingen in de bomen'” (Zaterdag 4 mei 2019, 13:21), NOS