Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • land·ver·hui·zing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord landverhuizing landverhuizingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

landverhuizing v [1]

  1. het emigreren van het ene naar het andere land
     In 1939 werd het hoogtepunt van die landverhuizing bereikt en woonden er 17.695 Joden, 16 procent van de lokale bevolking, die verder vooral uit kozakken en etnischeRussen bestond.[2]
     De landverhuizing naar Fiji is slechts een van de uitwijkmogelijkheden uit een arsenaal dat Tong hoopt te verzamelen. Hij wees er vrijdag op dat het beoogde perceel driemaal zo groot is als het eiland Tarawa, waar momenteel de meerderheid van Tongs burgers woont.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact  , ISBN 9789045024875
  3.   Weblink bron “Overspoeld Kiribati koopt vluchtheuvel op Fiji” (09-03-2012), Tubantia