landingsoefening
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lan·dings·oe·fe·ning
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van landing en oefening met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | landingsoefening | landingsoefeningen |
verkleinwoord | landingsoefeningetje | landingsoefeningetjes |
Zelfstandig naamwoord
de landingsoefening v
- de oefening in het landen, met name van een voertuig.
- De landingsoefening betrof het landen van de straaljager op een vliegdekschip.
Gangbaarheid
- Het woord 'landingsoefening' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.