lancetvis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lancetvis (hulp, bestand)
- IPA: / lɑnˈsɛtfɪs / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /lɑn.ˈsɛt.vɪs/
- (Vlaanderen, Brabant): /lɑn.ˈsɛt.vɪs/
- (Limburg): /lɑn.ˈsɛt.vɪs/
Woordafbreking
- lan·cet·vis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lancet zn en vis zn , omdat de vorm aan een scalpel doet denken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lancetvis | lancetvissen |
verkleinwoord | lancetvisje | lancetvisjes |
Zelfstandig naamwoord
de lancetvis m
- (schedellozen) benaming voor zeedieren uit de familie Branchiostomatidae
- ▸ Toch heeft de evolutie vermoedelijk ook in dit geval een greep gedaan uit bestaand materiaal, onder meer uit genen die bij de koploze lancetvis een heel andere rol spelen.[1]
Opmerkingen
- Het verkleinwoord lancetvisje is de meer gangbare benaming.
Gangbaarheid
- Het woord lancetvis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Hoofd wordt gemaakt met oude spullen” (15 december 2000) op trouw.nl