Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lan·cet·vis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lancetvis lancetvissen
verkleinwoord lancetvisje lancetvisjes

Zelfstandig naamwoord

de lancetvism

  1. (schedellozen) benaming voor zeedieren uit de familie Branchiostomatidae  
     Toch heeft de evolutie vermoedelijk ook in dit geval een greep gedaan uit bestaand materiaal, onder meer uit genen die bij de koploze lancetvis een heel andere rol spelen.[1]
Opmerkingen
  • Het verkleinwoord lancetvisje is de meer gangbare benaming.

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Hoofd wordt gemaakt met oude spullen” (15 december 2000) op trouw.nl