lajenen
- la·je·nen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lajenen |
lajende |
gelajend |
zwak -d | volledig |
lajenen
- (Jiddisch-Hebreeuws) het lezen van de Toratekst (bepaalde gezongen voordracht)
- Het woord 'lajenen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.