• laid·back
  • uit het Engels
stellend
onverbogen laidback
verbogen
partitief laidbacks

laidback

  1. (te) rustig, kalm of traag
     Het lijkt er soms op of het succes hem is komen aanwaaien, met zoveel gemak en souplesse surfte Van Rijsselberghe over de golven van Londen en Rio naar olympische roem. Altijd relaxed en laidback, zoals het imago van de windsurfers voorschrijft.[1]
     „De mensen zijn hier heel kalm en relaxed, oftewel laidback, zoals de Australiërs zeggen.[2]
  1.   Weblink bron “Dorian van Rijsselberghe: achter de grappen en grollen schuilt een killer” (29-07-2020), NOS
  2.   Weblink bron “„Sfeer in Brisbane ontspannen”” (12 januari 2011), Reformatorisch Dagblad