laatst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- laatst
stellend | |
---|---|
onverbogen | laatst |
verbogen | laatste |
Bijwoord
laatst
- onlangs, kort geleden
- Laatst zag ik hem tot mijn verrassing in de kroeg.
stellend | |
---|---|
onverbogen | laatst |
verbogen | laatste |
Bijwoord
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. onlangs
Bijvoeglijk naamwoord
laatst
- onverbogen vorm van de overtreffende trap van laat
- "Dat is de laatste keer dat ik je dat zie doen!" bulderde hij dreigend.
- ▸ Het was dus maar zeer de vraag of het iets had uitgemaakt als hijzelf aanwezig had kunnen zijn bij de laatste fase van het storten, toen het ongeluk plaatsvond.[1]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
de laatste zijn die nog ergens in gelooft
iets afmaken/voltooien
verlegen en beteuterd kijken
het laatste wat iemand achter de hand had naar buiten brengen
|
Spreekwoorden
- de laatste loodjes wegen het zwaarst.aan het eind van de klus wordt het werken het meest moeilijk; de dingen op het einde van een karwei zijn het vermoeiendst
- het laatste hemd heeft geen zakken.je kunt niets meenemen als je dood gaat („laatste hemd” is: doodshemd)
- wie het laatst lacht, lacht het best
Vertalingen
1. overtreffende trap van laat
Gangbaarheid
- Het woord laatst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "laatst" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be