Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • laag·ver·de·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord laagverdeler laagverdelers
verkleinwoord laagverdelertje laagverdelertjes

Zelfstandig naamwoord

de laagverdelerm

  1. (bouwkunde) instrument om bij het tekenen van ontwerpen in baksteenbouw de verdeling van de steenlagen op de tekening aan te geven

Gangbaarheid