• kunst·pa·gi·na
enkelvoud meervoud
naamwoord kunstpagina kunstpagina's
verkleinwoord

de kunstpaginav / m

  1. pagina in een krant met artikelen over kunst
     Hij vouwde de krant uit, zocht de kunstpagina.[1]
     De advertentie beslaat een kwart van een kunstpagina van de gezaghebbende krant en zal dus niet goedkoop geweest zijn. Ze is ondertekend door Disgruntled Dutch Artist (ontstemde Nederlandse kunstenaars). Onder de advertentie staat een telefoonnummer, maar als dat wordt gebeld volgt slechts een bandje met een verwijzing naar een e-mailadres.[2]
  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  2.   Weblink bron “Reclame in NYT: kom niet naar Nederland” (23-06-2011), NOS