Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kunst·his·to·ri·cus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kunsthistoricus kunsthistorici
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kunsthistoricusm

  1. (beroep) (cultuur) iemand die kunstgeschiedenis heeft gestudeerd
    • Een kunsthistoricus is iemand die een kunstwerk kan duiden aan de hand van de tijd waarin het gemaakt is, maar doet over de artistieke kwaliteiten geen uitspraken. 
  2. Vaak is de gids van een culturele reis een kunsthistoricus.

Meer informatie

Gangbaarheid