Nederlands

 
stilleven met opengeslagen kunstboek
Uitspraak
Woordafbreking
  • kunst·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kunstboek kunstboeken
verkleinwoord kunstboekje kunstboekjes

Zelfstandig naamwoord

het kunstboeko

  1. een boek waarin kunstwerken worden besproken en waarin vaak ook veel afbeeldingen staan van kunstwerken
    • Paul Tieke verlaat vrijdag zijn galerie en atelier aan de Touwbaan, waar hij ruim 25 jaar zat. Vijfhonderd schilderijen en tachtig dozen vol kunstboeken verhuizen naar zijn nieuwe atelier op de hoek van de Marktstraat en De Waag.[2] 
    • Zelf heb ik titels van Nico Dijkshoorn, kunstboeken en vele Engelstalige boeken doorgegeven via mijn kast. Vooral in de zomer heb ik voor mijn deur leuke en spontane gesprekken met buurtgenoten en voorbijgangers naar aanleiding van de kast.[3] 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia 8 september 2016
  3. Volkskrant 20 november 2017
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be