Nederlands

 
een niet zo vrolijke krullenbol
Uitspraak
Woordafbreking
  • krul·len·bol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord krullenbol krullenbollen
verkleinwoord krullenbolletje krullenbolletjes

Zelfstandig naamwoord

de krullenbolm

  1. iemand met krullend haar, meestal vriendelijk bedoeld
    • Rianne (18), een ondernemende krullenbol en lachebek, werd in een bungalow in de binnenlanden van Laos dood in bed gevonden, innig verstrengeld met haar nieuwe Australische vriend Alex (22). Ze lagen daar al een dag of drie, toen ze ontdekt werden, dus was er weinig gelegenheid meer tot een autopsie. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen