Nederlands

 
Geteelde kruisbes
Uitspraak
Woordafbreking
  • kruis·bes
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kruisbes kruisbessen
verkleinwoord kruisbesje kruisbesjes

Zelfstandig naamwoord

de kruisbesv / m

  1. (fruit) Ribes uva-crispa  , een bes die behoort tot het geslacht Ribes, evenals de witte bes, de rode bes en de zwarte bes
    (wikidata: kruisbes  )
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen