krachtdadigheid
- kracht·da·dig·heid
- afleiding van krachtdadig met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krachtdadigheid | krachtdadigheden |
verkleinwoord |
de krachtdadigheid v
- de mate waarin iets of iemand doortastend optreedt
- ▸ Ze had een aantal pogingen gedaan een relatie te beginnen, maar geen van de mannen was goed genoeg geweest, vooral omdat het hen aan de krachtdadigheid had ontbroken waarop ze had gehoopt, en omdat ze zich te bot gedroegen.[2]
- ▸ De grote stilte die er nu is is onheilspellend. De krachtdadigheid die er een paar jaar geleden was toen ING en ABN AMRO in een paar dagen werden gered, zit er kennelijk niet meer in. Wat dan wel? Dat is op dit moment de cliffhanger.[3]
- iets dat getuigt van doortastend optreden
1. de mate waarin iets of iemand doortastend optreedt
- Het woord krachtdadigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ SOPHIE GREEN (vert.Els Franci-Ekeler)“De leesclub aan het einde van de wereld” (2019), Uitgeverij De Fontein , ISBN 9789026144929
- ↑ Weblink bron Geschreven door:Dr. Doom“UPDATE 1 februari: Redding SNS Reaal duurde te lang” (30/01/2013), HP de Tijd