kraanwagen
- Geluid: kraanwagen (hulp, bestand)
- kraan·wa·gen
- samenstelling van kraan en wagen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kraanwagen | kraanwagens |
verkleinwoord | kraanwagentje | kraanwagentjes |
de kraanwagen m
- (verkeer) een voertuig waarop een kraan gemonteerd is, vaak gebruikt om defecte wagens op te takelen en naar de garage te brengen
- Een kraanwagen sloeg in de middenberm om en raakte daarbij een tegemoetkomende vrachtwagen die grote rollen glasvezel vervoerde.
- bergingsvoertuig, kraanauto, lepelwagen, oprijwagen, sleepauto, sleepwagen, takelauto, takelwagen, takelaar
1. een voertuig waarop een kraan gemonteerd is
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord kraanwagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.