Maltees

Uitspraak
  • IPA: /ˈkɔʃ.ʃɐ/
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Italiaanse coscia ("dij").
enkelvoud meervoud
koxxa koxox

Zelfstandig naamwoord

koxxa v

  1. (anatomie) dij
    «Il-vaċċin jingħata b’ injezzjoni fil-fond ġo muskolu, preferibbilment fil-koxxa.[1]»
    De vaccinatie wordt uitgevoerd door middel van een diepe injectie in een spier, bij voorkeur in het bovenbeen.
  2. (voeding) ham, bout
    «Dan huwa laħam dgħif mill-koxxa, mingħajr xaħam, għeruq tal-muskoli jew tessuti konnettivi.»
    Dit is mager vlees van hammen, zonder vet, pezen of bindweefsel.

Verwijzingen

  1. Bron: Europees openbaar beoordelingsrapport (EPAR), Quintanrix.