Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /kɔʊ̯liː/
Woordafbreking
  • kou·lí

Zelfstandig naamwoord

koulí

  1. instrumentalis enkelvoud van koule
  2. genitief meervoud van koule

Werkwoord

koulí

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord koulet
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord koulet
Synoniemen
  1. koulejí