koude

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  koude    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈkɑu̯də/

Woordafbreking

• kou·de

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van koud met het achtervoegsel -e

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	koude	koudes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

koude v

1. het koud zijn

Synoniemen

• kou

Antoniemen

• warmte

Afgeleide begrippen

• koudebehandeling, koudebrug, koudefront, koudegetal, koudegolf, koudemiddel, koudepis, koudepool, koudeput, koudetechniek, koudetherapie

Vertalingen

    1. het koud zijn   

Baskisch: hotz (eu) Bulgaars: Студ (bg) Deens: kulde (da) Duits: Kälte (de) v Engels: cold (en) Estisch: külm (et) Fins: kylmä (fi) Frans: froid (fr) m Grieks: ψύχος (el), κρύο (el), ψύξη (el) (κρυολόγημα) Hongaars: hideg (hu) Italiaans: freddo (it)

Noors: kulde (no) g Nynorsk: kulde (nn) g Papiaments: friu Pools: zimno (pl) Portugees: frio (pt) Russisch: холод (ru) Sloveens: mraz (sl) Slowaaks: zima (sk) Spaans: frío (es) m Tsjechisch: zima (cs) Zweeds: kall (sv), kyla (sv)

Bijvoeglijk naamwoord

koude

1. verbogen vorm van de stellende trap van koud

   ▸ ‘Denk erom hè… Geen haast,’ riep hij me na terwijl ik naar de grensmuur liep om mijn hand op het koude ijzer te leggen en mezelf moed in te praten: ‘veilig thuiskomen’.

Gangbaarheid

• Het woord koude staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "koude" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.