Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kort·ston·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen kortstondig kortstondiger kortstondigst
verbogen kortstondige kortstondigere kortstondigste
partitief kortstondigs kortstondigers -

Bijvoeglijk naamwoord

kortstondig

  1. dat iets maar kort duurt
    • Pokémon was weer een van die kortstondige hypes. 
    • We hadden maar een kortstondig oponthoud bij de Merwedebrug. 
     De euro was dinsdagochtend voor het eerst in ongeveer twintig jaar evenveel waard als de dollar. De Europese eenheidsmunt daalde kortstondig tot exact 1,0000 dollar en bereikte daarmee het zogeheten pariteitsniveau, waarbij 1 euro precies evenveel waard is als 1 dollar. De laatste keer dat de euro dat niveau bereikte, was eind 2002.[1]

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Euro voor het eerst in twintig jaar precies evenveel waard als dollar” (12 juli 2022), NU.nl
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be