Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·pi·eer·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kopieerkosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kopieerkostenmv

  1. geld dat men moet betalen voor het maken van een afschrift of andere reproductie van een document
     Printtegoed, projectbundels, kopieerkosten of de huur van een sportveld. Het zijn allemaal kosten die scholen opvoeren aan hun leerlingen, náást het officiële verplichte schoolgeld. Deze eigen bijdrage wordt in veel gevallen ook verplicht, terwijl die eigenlijk vrijwillig is. Reden voor de Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs (JOB) om vanmiddag een zwartboek aan te bieden aan de Tweede Kamer. Daarin verzamelden ze klachten over 21 mbo-scholen.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “'Studenten draaien op voor schoolkosten'” (Dinsdag 7 februari 2012, 15:10), NOS