• koop·je
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord koopje koopjes

het koopjeo

  1. (handel) iets wat men voordelig koopt
    • Die winkel heeft bijna alleen maar koopjes, echt fantastisch! 

het koopjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord koop
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]