Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kook·zak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kookzak kookzakken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kookzak m [1]

  1. (plastic) zak waarin men voeding sous-vide (onder vacuum in een warmwaterbad) kan bereiden en daarna bewaren
     Zakpak levert hoogwaardig kwalitatieve kookzakken. De zakken zijn vervaardigd uit gecoëxtrudeerde buisfolie met een bacterievrije binnenzijde. Geschikt voor pasteurisatie en sous-vide garen, kookvast tot 121 graden celsius in de standaarddiktes 80 en 100 micron.[2]

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[3]


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    zakpak
    “Kookzakken” (geraadpleegd 2019/11/02), Zakpak
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be