komenij
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ko·me·nij
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van komen met het achtervoegsel -ij [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | komenij | komenijen |
verkleinwoord | komenijtje | komenijtjes |
Zelfstandig naamwoord
- (verouderd) een (kruideniers)winkel (van Sinkel) waarin zaken van de meest uiteenlopende aard worden verkocht
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'komenij' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.