• kof·fie·pro·duc·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord koffieproductie
verkleinwoord

de koffieproductiev [1]

  1. (drinken), (industrie) het telen, branden en verder verwerken van koffiebonen
     Door de koffieroest gaat dit seizoen vermoedelijk 15 procent van de oogst in Guatemala verloren; volgend seizoen kan dat oplopen tot 40 procent. De koffieproductie is cruciaal voor de economie.[2]
     Voor koffie wordt voor het derde jaar op rij een recordoogst verwacht, vooral door de grote toename van de koffieproductie in Brazilië, waar de koffiesoort Arabica wordt verbouwd. Die soort wordt veel verwerkt in koffie die in Nederland wordt verkocht.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Koffieschimmel grijpt om zich heen” (zaterdag 9 februari 2013, 01:49), NOS
  3.   Weblink bron “Wereldmarktprijs koffie blijft dalen” (donderdag 25 april 2013, 07:17), NOS