Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koen·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van koen met het achtervoegsel -lijk

Bijwoord

koenlijk

  1. op heldhaftige wijze
  2. zelfverzekerd, vol vertrouwen

Verwijzingen

Gangbaarheid