• knots·gek
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen knotsgek knotsgekker knotsgekst
verbogen knotsgekke knotsgekkere knotsgekste
partitief knotsgeks knotsgekkers -

knotsgek

  1. helemaal dwaas, heel erg gek, op een grappige manier gek
    • Ook Cocu, die toch het nodige heeft meegemaakt in zijn loopbaan, was verbijsterd. Als speler verloor hij in het uiteindelijk knotsgekke kampioensjaar in 2007 van Ajax (1-5) en als trainer 4,5 jaar geleden van Vitesse (2-6), maar deze blamage had ook de coach niet zien aankomen.[4] 
    • Zo biedt de game een grote map aan om te verkennen waarbij je veel kleine misses uitvoert, vijanden bevecht, wilde dieren tegenkomt en geregeld oog in oog staat net knotsgekke aspecten. Precies, zoals je gewend bent van de Far Cry serie.[5] 
97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[6]