Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
knoken
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Zelfstandig naamwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
knoken
(
hulp
,
bestand
)
IPA
:
/ˈknokə(n)/
Woordafbreking
kno·ken
Zelfstandig naamwoord
de
knoken
mv
meervoud van het zelfstandig naamwoord
knook
(
verouderd
)
handen
Val niet in zijn
knoken
; hij zal je bedriegen!
(
verouderd
)
het lichaam
Hij voelde de spanning in zijn
knoken
.