knispert
- knis·pert
vervoeging van |
---|
knisperen |
knispert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knisperen
- Jij knispert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knisperen
- Hij knispert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van knisperen
- Knispert!
- Het woord knispert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.