klink samen
- Geluid: klink samen (hulp, bestand)
- klink sa·men
vervoeging van |
---|
samenklinken |
klink (...) samen
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenklinken
- Ik klink samen.
- gebiedende wijs van samenklinken
- Klink samen!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenklinken
- Klink je samen?
- Het woord klink samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.