klimwand
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klim·wand
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klim ww en wand
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klimwand | klimwanden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de klimwand m
- een muur met noppen waartegen men kan opklimmen terwijl iemand anders ander zorgt dat je niet kan vallen met behulp van een touw
- Wij moesten tegen een klimwand opklimmen in het kader van teambuilding.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord klimwand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klimwand" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be