klierziekte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: klierziekte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- klier·ziek·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klier zn en ziekte zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klierziekte | klierziekten klierziektes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) een ontsteking van een lymfeklier in de hals, die verband houdt met tuberculose
- (medisch) ziekte van een klier in het algemeen
Synoniemen
- [1] scrofulose, koningszeer
Gangbaarheid
- Het woord klierziekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.