Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klets·tan·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kletstante kletstantes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kletstantev

  1. een vrouw die graag en veel babbelt
    • Heb 40 jaar in Duitsland gewerkt, toen ik er in de jaren 70 kwam, wist ik niet wat ik zag. Vrouwen met 3 à 4 kinderen werkten fulltime, bakten zelf etc. Zoiets kende ik niet, in Nederland was het ’s morgens om 10 uur koffietijd voor de kletstantes in de straat. Toen ik weer in Nederland woonde werkten er wel meer vrouwen, maar altijd dagdelen of één of twee daagjes. [1] 
    • De eerste keer dat we Johnson en Howard zien, is als ze in de restauratie worden aangesproken door een met Johnson bevriende kletstante. Van de verbijstering die dan op hun gezicht staat geschreven, begrijpen we de lading pas aan het eind van de film, als Johnson de scene in gedachten nog eens oprakelt en we inmiddels weten dat het hun laatste ontmoeting is die zo abrupt wordt onderbroken. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. De Telegraaf 25 sep. 2018 ’De Nederlandse vrouw is verwend’
  2. NRC Bas Blokker 19 juli 1995 Een onmogelijke romance in een overstapstation
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be