Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klank·schaal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klankschaal klankschalen
verkleinwoord klankschaaltje klankschaaltjes

Zelfstandig naamwoord

de klankschaalv / m

  1. (muziek) groot (oorspronkelijk Tibetaans) bekkenvormig slaginstrument
    • Een Tibetaanse klankschaal. 

Meer informatie

Gangbaarheid