Zwijgend trekt de zwarte raaf hoog boven de aarde heen. De klaarte tintelt wijd en zijd. De zon schuift door het hoog getak en vliegen blinken in de zon, die gouden schijven strooit op purperen grond. De klaarte welft, de klaarte sprankelt over de aard. De wind ruischt door het hoog getak met ver-geluid, vol van geheim vertellend van een verre reis. [2]