Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kin·der·we·reld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kinderwereld kinderwerelden
verkleinwoord kinderwereldje kinderwereldjes

Zelfstandig naamwoord

kinderwereld v/m [1]

  1. alles wat voor kinderen van belang is
     In de aanloop van het instituut hebben wij regelmatig ‘kinderonderwerpen’ behandeld en ik had persoonlijk affiniteit met het onderwerp. Mij leek het wel wat om met de creativiteit die bij de kinderwereld past inhoud te geven aan de ombudsrol."[2]
     Hij keek naar de anderen, terugdenkend aan hun idyllische kinderwereld waar hij door zijn eigen obsessie heen een glimp van had opgevangen.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Reinier van Zutphen
    “Van Zutphen prijst Kinderombudsman, maar zegt niks over vertrek” (26-03-2016), NOS
  3. Main, Sarah
    “Huis van eb en vloed” (2015), A.W. Bruna Uitgevers  , ISBN 9789044974515