Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kin·der·car·dio·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kindercardioloog kindercardiologen
verkleinwoord kindercardioloogje kindercardioloogjes

Zelfstandig naamwoord

de kindercardioloogm

  1. (medisch), (beroep) een medicus die zich bezig houdt met de hart- en vaat-aandoeningen bij kinderen

Gangbaarheid