Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kies·lijst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kieslijst kieslijsten
verkleinwoord kieslijstje kieslijstjes

Zelfstandig naamwoord

de kieslijstv / m

  1. lijst met kandidaten die voor een partij tijdens verkiezingen verkozen kunnen worden
     Leonie Vestering, derde op de kieslijst voor Partij voor de Dieren, twittert over het politieoptreden bij de rellen in Eindhoven. Ze verwijst naar een video waarop te zien is dat een politiepaard onderuit gaat.[1]
     Twee belangrijke kantelpunten in die ontwikkeling waren de SGP-zaak en de Urgenda-zaak. In die eerste zaak dwongen belangenorganisaties de staat om niet langer te dulden dat de SGP vrouwen van de kieslijst weerde. Met de klimaatzaak dwong Urgenda de staat extra maatregelen te nemen om de CO2-uitstoot te verminderen.[2]
Antoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Politici veroordelen onrust én grijpen kans campagne te voeren” (Zondag 24 januari 2021, 22:48), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Ondernemers: 'Zonder perspectief rest alleen een gang naar de rechter'” (Zaterdag 27 februari 2021, 08:21), NOS