Brouwer Willem Roggeveen vertelt dat brouwen grofweg in drie fasen gaat: mouten, brouwen en vergisten. In de eerste fase wordt gerst ‘vermout’, het jasje van de gerst wordt verwijderd. „Wat overblijft plaats ik in een kiembak, om het te laten ontkiemen. Zodra de korrels ontkiemd zijn, wordt het proces stilgezet. Dat gebeurt tijdens het eesten (verhitten). Dit is ook wat de kleur aan de mout geeft. Hoe warmer hoe donkerder.” Vervolgens worden de beginnende plantjes gepoetst en van de worteltjes ontdaan. Het product dat dan ontstaat heet mout. [1]