Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • keu·rings·arts
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord keuringsarts keuringsartsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de keuringsartsm

  1. (medisch) (beroep) arts die medische keuringen uitvoert, die arts onderzoekt een persoon om te zien of die persoon geschikt voor een bepaalde activiteit is
    • „Op een feestje in de jaren negentig, van literair tijdschrift Bunker Hill, sprak ik een meisje dat net had gedebuteerd. Zij zei: ‘Ben jij niet die jongen die in de Blankenstraat woont en die iedere ochtend met zijn tasje naar de Albert Heijn gaat?’ Ik schrok. Zo wilde ik niet onthouden worden. Ik was vrij depressief, ik wilde wel schrijven, maar ik wist niet zo goed hoe ik dat verder moest vormgeven. Ik leed aan angsten, sociale angsten, reisangsten. Die Albert Heijn was nog te doen, maar veel verder zat er niet in. Treinen en trams waren moeilijk. Ik hoefde van de keuringsarts niet meer te solliciteren omdat ook werken te moeilijk voor me was.” [1] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. NRC Wilfred Takken 1 april 2016