• (IPA in voorbereiding)
  • kerst·or·chi·dee
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstorchidee kerstorchideeën
verkleinwoord kerstorchideetje kerstorchideetjes

de kerstorchideev / m

  1. (bloemplanten) (kerst) Cattleya trianae   een rechtopstaande, epifytische orchidee, die van december tot januari bloeit met onder elk blad langwerpige, verdikte stengeldelen, die door een vliezige schede worden omgeven. De bladeren zijn riemvormig, leerachtig, langs de middennerf licht gevouwen, 15–25 cm lang en 4–8 cm breed
    • In de kerstperiode was de kerstorchidee erg populair.